donderdag 13 februari 2020

Annebel over het vorige deversorium (30 november 2019)

[De meestal door Oom Joost ingehuurde reporter had het laatste deversorium - door eigen stomme schuld - gemist. Gelukkig bleek Annebel Venmans bereid er alsnog wat over te schrijven. De foto's zijn weer van Frans Boom.]

Een jaartal al weer verschoven en een nieuwe lezing aangekondigd. Maar hoe was de vorige dan ook al weer? Ik zou een verslagje schrijven. Beetje lastig omdat ik alleen de tweede helft meemaakte en een beetje laat omdat ik van Sinterklaas tot nu worstel met luchtweg infecties die alle energie bij me wegvreten. Ik mag hopen dat Ciara de virussen uit de lucht heeft geblazen. Een verslag, zegt de leraar Nederlands in mij, moet objectief zijn. Maar ik weet niet of dat op alle fronten zal lukken. Te zakelijk voor het gezelschap, vind ik. Wat ik niet vind, maar wat wel zo was: de plaats was café Batavia, het gezelschap vormden een deel van de oud-Vondelianen en de spreker was schoolgenoot Marian Beudeker, arts in ruste, maar wat is rust. De perfecte organisatie was in handen van Wim Ris. Dan hebben we dat maar gehad.


Alle deversoria van de laatste paar jaar waren succesvol. Alleen al om het weer even samenzijn, het kletsen met oude vrienden en het al kletsende tafelen. De lezing is dan de kers op de taart. Steeds waren er meer aanmeldingen dan er plaats was in het kneuterige zaaltje achter de caféruimte. Ik neem aan dat dat de reden is voor het uitwijken naar een andere plek. Geeft niet, de mensen maken het gezellig, niet de ruimte. Wie laat komt krijgt een stoel vooraan, is mijn ervaring. Bof ik dus.

Het onderwerp van de lezing was best gewaagd in dit ouder wordende gezelschap. Euthanasie en de discussie daarover is al lang niet meer iets wat in het leven geroepen is voor ernstig lijdende zieken, veelal kankerpatiënten. Dat is eigenlijk wel goed geregeld in Nederland, vindt de commissie Schnabel, vindt arts Marian, vind ik. Dat het toepassen van euthanasie ook onder die omstandigheden voor patiënt en arts niet zomaar een dingetje is legde Marian ons uit. Dat je als zieke ondanks pijn de neiging hebt om het moment van afscheid uit te stellen, snap ik, ook al zal dat niet voor iedereen gelden. Mourir is heel erg partir tenslotte. Dat maakt het ook moeilijk voor de arts die het verzoek uit moet voeren. Ik denk dat het heel belangrijk is dat Marian ons daar duidelijk op wees. Bloeddruk opnemen is heel iets anders dan dit. Het is fijn om dat uit de mond van een arts bevestigd te krijgen, dat ook de uitvoerder zich bewust is dat het om een heftig en diep menselijk moment gaat. Twijfelde ik daar dan aan? Nou, nee, of misschien soms een beetje. Maar die twijfel is pas ontstaan met het D66 wetsvoorstel omtrent uitbreiding van de euthanasiewetgeving. In cijfers en diagrammen lijkt de wereld buitengewoon grijpbaar en begrijpelijk. Dat is prettig. Marian had dat paraat en kon zo op een rustige en in zekere zin afstandelijke manier over een heftig onderwerp spreken. Het werd uit haar verhaal ook wel duidelijk dat er eigenlijk weinig problemen zijn met de huidige wetgeving, enkele streng orthodoxe groeperingen daargelaten.

Maar nu leven we in een wereld waar opeens vraag is naar euthanasie bij het gevoel van een "voltooid leven", zonder dat er sprake is van fysiek lijden. Angst voor ernstige dementie/Alzheimer speelt daarbij een belangrijke rol. Vertaald is dat angst om niet "waardig" te kunnen sterven. Maar ook ernstig psychisch lijden zou door de dood beëindigd moeten kunnen worden. In de media wordt er dagelijks aandacht aan besteed. Knap vond ik het dat Marian in haar lezing dit benoemde, opnieuw wees op de moeilijke rol voor de arts in zo'n proces. Ze wist ook moeiteloos te benoemen dat een euthanasieverklaring zo lastig is. Niet het opstellen ervan, maar het moment van het opstellen. Je bent of te vroeg, of te laat. Een "zinloos vod" noemt arts/filosoof/schrijver Bert Keizer het. (Overigens in een artikel waarin hij zich verder behoedzaam en genuanceerd uitdrukt). Toch maar met je huisarts overleggen, raadde Marian aan. Ik heb het nog niet gedaan, maar erover nadenken geen gebrek. Want bijvoorbeeld het hellend vlak. Het kwam kort ter sprake in de lezing, en dat was goed. We hebben de neiging onze schouders er over op te halen, maar ik ben er niet van overtuigd dat dat geen rol zal spelen. Druk uitoefenen op beslissingen gebeurt, en vaak niet eens met slechte bedoelingen, maar gewoon omdat het kan. Marian ging daar verder niet op in. Terecht, het zijn discussies waar we nog lang niet uit zijn. Knap dat haar verhaal neutraliteit wist te koppelen aan de emotie die bij haar vak hoort. Het politiek gekrakeel was van een andere orde dan het verhaal dat ze aan ons kwijt wilde. En die "ons" was nou net de groep waarvoor het allemaal zo dichtbij lijkt te komen. Er kwamen ook wel wat kreten uit de zaal, maar de spreker hield in alle rust vast aan haar verhaal, napraten tijdens de gezamenlijke maaltijd kon altijd nog.


Oudere mensen zijn we geworden, en hoe mooi dat we elkaar als Vondelmensen van tijd tot tijd weer zien, en samen eten, en samen praten. Mens ben je in samenhang met andere mensen.
Dat zegt ook Bert Keizer in zijn column in Trouw, 20-12-2019. Ik sla veel over uit zijn verhaal, maar de laatste regel is: `Je sterft pratend met je dierbaren, en dat betekent dat zij ook uitgebreid aan het woord komen`.
Laten wij nog vaak samen eten en praten. Laten we kortom het leven vieren. Dank Marian voor je verhaal dat tot nadenken en napraten stemt.

Annebel Venmans