dinsdag 26 november 2013

22-11-1963

Er bleken in elk geval twee Vondelianen te zijn met iets meer herinneringen aan 50 jaar geleden dan jullie webredacteur.

Ellie Hollaar liet weten:
"Ook ik kan me niets persoonlijks van die dag herinneren. Maar een paar (?) dagen later ben ik met een groep van de klas bij de Kennedyherdenking op de Dam geweest.
Ik ga er van uit, dat het door school georganiseerd (vrij van lessen ?) en aangemoedigd is."

Frans Boom had iets preciezere herinneringen over het wat en wanneer van die herdenking. Hij meldde:
"Op de bewuste vrijdagavond was ik thuis, ik herinner me alleen dat er eerst een bericht was (op de radio natuurlijk) over het neerschieten en later over Kennedy's dood. Dat was, denk ik, de eerste keer dat ik een wereldwijde schok zelf ervoer. De foto van de eed van de nieuwe president Johnson in het vliegtuig staat me ook nog bij.
Zaterdagochtend hadden we les, maar als ik me goed herinner verviel het vierde uur (11.15-12.10) zodat we naar de herdenking op de Dam konden gaan. Die werd genoemd in één van de televisieuitzendingen van de afgelopen dagen, dan komt er van alles weer boven. Hoe ondoorgrondelijk is het menselijke brein, ik weet nog dat rector Bent achter me stond."

Frans had bij zijn herinnering - Johnson's eedaflegging - ook bijgaande pagina uit De Telegraaf (oeps) meegeleverd.
Overigens opmerkelijk (maar rekenkundig te bewijzen, nietwaar Ed) dat 22 en 23 november 50 jaar geleden ook op vrijdag en zaterdag vielen, net als dit jaar.

vrijdag 22 november 2013

Waar was je 50 jaar geleden?

Vandaag werd iedereen voortdurend gevraagd of men nog wist waar men 50 jaar geleden was, op het moment dat men "het" hoorde.
Ik weet dat echt niet meer. In elk geval niet op school, gezien het tijdstip van de aanslag. Thuis hadden wij toen nog geen televisie, zodat mij ook geen beelden zijn bijgebleven. Iets dat nu onvoorstelbaar zou zijn.
Wat ik me nog wel vaag meen te herinneren is dat mijn klas (5 beta) de volgende dag scheikundeles had. En dat in elk geval in die les heel weinig aan scheikunde is gedaan. Maar of er op school verder nog iets grootschaligers is gedaan, gebeurd, georganiseerd? Ik zou het werkelijk niet weten.
Er zijn in elk geval zes lichtingen Vondelianen die daar in principe uitsluitsel over zouden kunnen geven. Mits ze een beter geheugen hebben dan jullie webredacteur. Laat het Oom Joost even weten als dat bij jou het geval is.

Floris bericht en vraagt

19-11-2013

Beste oom Joost en beste allen met OJ verbonden

Ook ik heb genoten van weer een reünie. De organisatie liep op rolletjes.
Oude en nieuwe contacten. Je houdt er altijd wat van "over", plus de mooie herinneringen.
foto: Wim Ris
Ik mis nog een levendig verslag van de basketbalwedstrijd: rood won met 10-4 van wit.
Wim Ris liep een blessure op , verder kwamen alle oude van dagen er zonder kleerscheuren vanaf.
Na afloop een zeer dampige kleedkamer. 
Die mocht nu wel gemengd zijn.
Toch een verschil met vroeger.
In mijn herinnering was de Vossius-sportzaal gigantisch groot, maar toen was ik klein.
Over 4 jaar opnieuw? Graag dus.

Met groet,
Floris van Moppes (Vondeliaan 1960-1966)

PS
Iets wat mij al langer bezig houdt: er was destijds nog een lerares frans, Eva Fischer (info de Moor). Weet iemand iets van haar???. Google leverde niets op.


We hebben weliswaar geen ooggetuigenverslag gepubliceerd en er is ook geen video van de hele wedstrijd, maar we hebben wel een paar korte hoogtepunten, waarin we ook Floris zien optreden.


dinsdag 19 november 2013

Filmpjes en foto's


Foto's van onze reünies hadden we altijd al. Nadat we de aparte fotopagina van onze huidige reünie in een e-mailtje aan jullie hadden gemeld, is die meteen al zeer druk bezocht.
Nu je met bijna elke digitale camera ook eenvoudig filmpjes kunt maken, viel te verwachten dat er ook wel filmpjes van 9/11 zouden komen. En inderdaad, Frans Boom heeft er een paar gemaakt. Die staan intussen los op YouTube, Maar op deze site hebben we ook daar een aparte pagina voor gemaakt (ook link rechtsboven op elke pagina). Daar is ruimte om er eventueel nog andere toe te voegen. Dus heeft nog iemand anders iets?

zondag 17 november 2013

Nog meer reacties

Nog wat reacties uit Oom Joost's mailbox:


16-11-2013

Lieve Oom Joost,

Inmiddels weer in Italië druk bezig met olijven oogsten, geniet ik nog steeds heerlijk na van de reünie. Dank voor alles: de voorpret, de reünie met veel mooie woorden en nu weer de teksten en foto's. Het was een feest voor mij. 

Evenals anderen zou ik graag contact-gegevens uitwisselen. Ik heb geen bezwaar mijn gegevens te delen.
Als jullie echt over vier jaar weer zoiets moois organiseren, ben ik D.V. daar weer bij,
Dieuwer Vis


14-11-2013

Jammer dat ik op reis was ...
:-)
groet 

Fleur Schopman


12-11-2013

het was heel mooi, en ik heb een heerlijke middag en avond gehad! leuke foto's ook! allemaal reuze bedankt!
Henriët Beekman


11-11-2013

Lieveling Oom Joost, 

Ook ik wil jullie bedanken voor jullie grote inzet om er een geslaagde reünie van te maken! 
Ik heb genoten ! Ook hartelijk dank voor de leuke foto' s. 
Ik wens jullie alle goeds ! 
Hartelijke groeten, Chaja = Tonne Götte 


11-11-2013

Hallo Oom Joost.
Complimenten! Snelle en goede verslaggeving!
Ik vind het heel jammer dat ik er niet was....
Onno Rodbard





Est unum tamen stabile, Per annos immutabile, Est amor veterani Gymnasi Vondeliani.

bewerking van een foto van Rob Vermeulen
Hoewel vorige week niemand van de aanwezigen net eindexamen had gedaan, hebben we elkaar wel nog een keertje het daarvoor bestemde lied "Valete condiscupili" toegezongen. De tekst van dat lied was (en is) natuurlijk wel wat hoogdravend. Toch zijn die laatste paar regels van de heer Meerwaldt (in de titel van dit bericht) wel raak getroffen. Want we bleken intussen allemaal overduidelijk veteranen te zijn geworden. En het feit dat we 9 november met zovelen naar het Vossius waren gekomen, was wel een bewijs dat het  per annos  ook wel  immutabile  goed is blijven gaan met die  amor.
Op de suggestie die we via de e-mail deden, dat over vier jaar het 60-jarig Vondel-jubileum ook maar weer gevierd moet worden - en dan wel op tijd in 2017 - kwamen dan ook al wat positieve reacties binnen. Louis Plas, in zijn rol van "geweten" van het Vondel, heeft in het briefje dat hij ons stuurde overigens wel al de vraag aangesneden hoe lang nog met deze activiteit door te gaan. Het lijkt inderdaad niet aanlokkelijk om in 2057 de laatste dan nog levende ruim 100-jarige Vondeliaan namens ons allen het licht achter ons uit te laten doen. Maar of een bijeenkomst over vier jaar echt de laatste zou moeten zijn, zoals Louis voorstelt, daarover doen we nog maar even geen uitspraak.
Als je hier (nu al) een uitgesproken mening over hebt, maak dan gebruik van de mogelijkheid te reageren via de "opmerkingen"-optie onder dit bericht. Discussie?!

vrijdag 15 november 2013

Wat jullie ons schreven

foto: Rob Vermeulen
De afgelopen dagen zijn in de mailbox van Oom Joost een heleboel reacties op de reünie binnengekomen (en ook nog eentje in de brievenbus). 
Hieronder een kleine selectie daaruit.


10-11-2013
Allerbeste organisatoren,

Hartelijk dank voor het organiseren van deze geweldige reunie!
Het is een waar feest van herinneringen geworden, en fantastisch om alles en iedereen weer te zien!
Vooral het weerzien met Eddie de Moor en de vrouw van meneer Vink was ontroerend!!
Hopelijk tot over 5 jaar!
Heel bijzonder.

Met diepe groet en vivat Vondeliani!
Antoinette Strengers


10-11-2013
Voor mij was het een geslaagde bijeenkomst met verrassende nieuwe inzichten die ik heb opgedaan. Was ook diep bedroefd van de lijst met overleden schoolgenoten…ik zag daar ook een heel dierbare bij staan en dat doet pijn. Het is onrechtvaardig. Oude vriendschappen die gelukkig weer wel een nieuwe kans krijgen. Fijn dat jullie het zo betaalbaar hebben gehouden, daar kwam nog het parkeergeld bij. Amsterdam lijkt goed voor de Amsterdammers en als ze bij gebrek aan woning in Amsterdam weg gepest worden, mogen ze alleen terugkomen als ze flink betalen! Het zij zo. De reünie was in ieder geval weer geweldig en daarvoor wil ik je van harte voor bedanken! Je hebt het mogelijk gemaakt, georganiseerd en het Vondel blijft zo gewoon levend! (al hebben we hem begraven!!)

Lieve groet,

Yvonne Boendermaker


11-11-2013
Zaterdag ben ik op de Vondelreunie geweest.
Ik heb ervan genoten en wil jullie – de organisatoren van dit alles  - heel hartelijk bedanken.
Het is geweldig zoals jullie je ervoor inzetten om deze reunie eens in de zoveel jaar te organiseren.
Ik ben leerling van het eerste schooljaar – 1957 -  en het was heel bijzonder om zoveel medeleerlingen van het eerste schooljaar daar te kunnen ontmoeten.  Zelfs een aantal leraren waren aanwezig.
Dit is toch wel een heel kostbare herinnering en ik kan met veel genoegen terugkijken op deze avond.
Nogmaals, complimenten voor de goede organisatie, het bijhouden van adressenbestand, het lekker verzorgde eten en het laten zien van oude foto’s en de film ‘ de Moriaan geschuurd’.  (Heb hem nog eens rustig op YouTube bekeken).
En wie weet …… tot ziens op een volgende reunie.

Hartelijke groet
Liana  Toepoel - Wesselink


11-11-2013
Lieve allemaal,
Ik heb een geweldige avond gehad. Bedankt voor de goede organisatie, ik heb erg genoten en veel dierbaren terug gezien. Opeens gerealiseerd , dat ze eigenlijk best dierbaar zijn. Zoals mijn herinneringen aan vroeger!
Hoop dat ik een lijst krijg met mail adressen, zodat ik wat makkelijker in contact kan komen.
Groetjes Cobi Haringsma


11-11-2013
Jongens, jullie organisatie was geweldig en heel leuk om nu foto's en teksten opnieuw te kunnen zien en lezen.
Allemaal heel erg bedankt!! 
Renee vd B - Samsom



12-11-2013

Beste Oom Joost,

Het was heel zorgvuldig en goed georganiseerd en ik vond de stemming erg positief.
Heel veel complimenten dus!

Ik heb de volgende vraag: komt er een lijst van overledenen in de afgelopen reünie periode? Niet alles is bekend, denk ik, maar veel ook wel.
Je schrikt, tenminste ik,  als je tijdens het reünie gebeuren er mee wordt geconfronteerd en als je het daarvoor schriftelijk op je in kan laten werken, kan je er wellicht beter mee omgaan.
Voor mij was het overlijden van klasgenoten Rob de Vries en Sander van der Kerke nieuw. Bij Rob kwam ik een tijd over de vloer en hij zat ook in de redactie van de schoolkrant. Sander herinner ik mij van enkele intensieve, bijzondere gesprekken. Ook bij hem kwam ik wel eens thuis.

Zo heeft iedereen zijn eigen verhaal en zo hoort het ook.

Mooi als dit over vier jaar nog een keer kan, maar ik denk dan wel dat dit de laatste keer moet zijn. Ook een reünie proces verdient in mijn ogen een afronding.
Je kunt dan in  elk geval bij leven en welzijn op mij rekenen. Het was voor mij een feest om ook deze keer mijn bijdrage te kunnen leveren.

Hartelijke groet,

Louis Plas.


12-11-2013

Wat snel en geweldig leuk, de foto’s. Ik heb genoten van de avond en bij het zien van de foto’s
dacht ik wat heb ik nog veel mensen gemist waarmee ik had willen praten. Dank voor jullie grote
inspanning om dit weer tot een groot feest te maken.

Groeten Carolien Kraal.


Lieve Oom Joost,

Het was voor mij ook een zeer geslaagde avond.  Ik wil jullie nogmaals vriendelijk bedanken voor de organisatie, en de sprekers voor hun prachtige bijdrage. 

Bijgaand stuur ik mijn foto’s van de avond (bijna alleen van mijn jaargang).  Mogelijk kunnen jullie er enkele van gebruiken voor de blogspot website.

Zou het ook mogelijk zijn de Vondelianen te vragen of zij eventueel hun straat- en email adres willen delen met de andere Vondelianen?  Ik weet dat er data-privacy regels spelen maar als iedereen aangeeft of hij of zij er geen bezwaar tegen heeft zouden we wat meer contact met elkaar kunnen hebben (vooral voormij die niet meer in Nederland woont).  Ik heb alvast geen bezwaar.

Met Vondeliaanse groet en tot over vier jaar,

Mary Coronel
Nieuwelaan 123
B-1040 Brussel
Skype: coronma


12-11-2013
Lieve oom Joost,

Dank, jullie allemaal, voor jullie inspanningen, een fijne geslaagde reunie, de info en de leuke foto's meteen al!  Ik had geen bon op de auto bij het weggaan.

Voor nu en (graag) nog eens! Groet,
Aranka Korzaan




De organisatoren hebben helemaal rode koontjes gekregen van jullie lovende woorden ........


Ons Amsterdam - ons archief

Al weer 10 jaar geleden heeft in het maandblad Ons Amsterdam een artikel gestaan over de geschiedenis van het Vondel.  Ed de Moor had het er in zijn toespraak afgelopen zaterdag ook nog over.
Een link naar een wat uitgeklede webversie van het artikel op de website van Ons Amsterdam, stond al langer in de rechterkolom van deze blog. Maar <hier> hebben we nu ook een PDF-versie die laat zien hoe het artikel er werkelijk heeft uitgezie, inclusief alle foto's. Zo was het artikel ook in de dikke reünie-Verselolque opgenomen. De publicatie daarvan hadden we daarom even afgewacht, alvorens het ook via deze site toegankelijk te maken. Het artikel was van de hand van Frans Boom die zich daarbij kon baseren op gegevens uit een soort Vondel-archief dat hij beheert.
Frans is trouwens vast niet de enige Vondeliaan met een collectie Vondel-memorabilia. Misschien moeten we maar eens inventariseren wie nog wat in haar kelder, op zijn zolder of ergens in een hutkoffer heeft liggen. Meld je maar aan bij Frans ....
Te zijner tijd kan dan alle materiaal gezamenlijk aan het Gemeentearchief worden overgedragen. Daar ligt het veiliger en misschien ook nog wel iets toegankelijker dan in die kelders, op die zolders en in die koffers.

dinsdag 12 november 2013

Het Vondelgymnasium: een bijzondere school!


[Tekst van de toespraak van Wim Ris op de reünie op 9 november 2013, zoals die ook in het speciale nummer van Verselolque te vinden is]


Het Vondelgymnasium: een bijzondere school?
Ruim 6 jaar geleden, geliefde Vondelianen, was dit de titel van de toespraak die onze schoolgenote Katharina Kouwenhoven hield, ter gelegenheid van het tiende lustrum van onze school. Ik heb toen geboeid, maar ook met enige verbazing naar haar observaties geluisterd. Zoals zij het Vondel ervaren heeft, strookte dat niet altijd met mijn ervaringen. En na herlezing van haar toespraak op ons aller favoriete site Oom Joost, ben ik driftig op zoek gegaan naar verklaringen voor deze verschillen. Omdat Katharina mij door haar toespraak enorm hiertoe gestimuleerd heeft, neem ik als eerbetoon aan haar de titel ervan over. Maar met één accentverschil: ik laat het vraagteken weg. Het Vondelgymnasium: een bijzondere school!

In augustus 1961 kwam ik als net twaalfjarige de poorten van het Vondel binnen. Zeven schooljaren later (het vak biologie kreeg pas in mijn tweede eindexamenjaar, onder stimulans van Betty Mock, de belangstelling die het verdiende) mocht ik het Vondel met diploma weer verlaten, samen met de leerlingen die in de klassen onder mij zaten en naar het Barlaeus vertrokken. Anders gezegd: mijn Vondeltijd was van 1961-1968; die van Katharina van 1957-1963. Samen overbruggen wij de hele periode waarin het Vondel bestaan heeft, maar ik sluit niet uit, dat ik in die latere periode wat meer de gelegenheid heb gekregen om een echt product van de zestiger jaren te worden. Of het hier om een gaaf product van die 60-er jaren gaat laat ik aan jullie oordeel over.

Wat was toen ook alweer de tijdgeest? In het begin van die zestiger jaren kwam de naoorlogse generatie (wij dus) op een kritische leeftijd. Wij hadden de armoede en werkloosheid van de jaren dertig en de oorlog niet meegemaakt en hadden daarom vaak weinig begrip voor onze ouders, voor wie de toenemende welvaart iets geweldigs was. Er kwam een houding naar boven van verzet tegen het kapitalisme en de consumptiemaatschappij. Kritiek ook op de Verenigde Staten, waarvoor bij veel van onze ouders juist de dankbaarheid overheerste als onze bevrijders in de 2de wereldoorlog. Door de welvaart en de verzorgingsstaat werden wij onafhankelijker en mondiger dan die oudere generatie en we kozen voor minder ontzag voor autoriteit. Dit leidde er op wat langere termijn toe dat traditionele waarden en normen ten aanzien van seksualiteit, huwelijk en respect voor dat gezag, op de tocht kwamen te staan.

Maar wat was voor mijn leeftijdsgenoten en mij nu nog meer zo bijzonder aan het Vondel? Beslist niet een overvloed aan onderwijsvernieuwingen. In bijna alle lessen werd nogal traditoneel lesgegeven. De docent was vrij veel tot heel veel aan het woord. Je moest af en toe een aantekening maken of letterlijk noteren wat gedicteerd werd en soms zelfs uit het hoofd leren!! Een stukje vertalen vanuit de moderne vreemde taal of een oude in het Nederlands, of als een sommetje was voorgedaan zelf proberen dat in allerlei variaties na te doen. Katharina had in dit opzicht volledig gelijk.

Maar wel heel bijzonder was de open, toegankelijke houding waarmee een flink aantal van onze jonge docenten de leerling benaderden. Zij waren door hun grote vakkennis en brede belangstelling leermeesters in de ouderwetse zin van het woord, maar toonden ook oprechte interesse in hun leerlingen en gaven ons te kennen ook bredere belangstelling te hebben dan hun eigen vakgebieden b.v. op cultureel of sportief gebied.
Dat bleek o.a. uit:

  • een flink aantal deversoria en deversoricula met als gasten b.v. Gerard van het Reve, Louis van Dijk, Jan Wolkers,
  • een boeiend debat tussen pater jezuiet Vlaar en humanist Hans van den Bergh,
  • deelname van docenten aan de sportmiddag van Lien en Jan,
  • meerdaagse boottochten door Nederland,
  • een kamp in Lunteren en een reis naar Parijs zorgden er voor, dat onze docenten (niet allemaal natuurlijk!!) het respect van een goede leermeester genoten, maar ze gaven ons ook het gevoel dichtbij de leerling te staan.

Wij hadden toen vanuit onze contacten met leeftijdsgenoten het duidelijke idee, dat dat op het Vondel veel meer het geval was dan op vergelijkbare scholen. Toen in de laatste Vondeljaren af en toe ook wat oorspronkelijk echte Barlaeusdocenten bij ons kwamen lesgeven, kwamen bij voorbeeld verschillen tussen Barlaeus en Vondel wel erg duidelijk aan het licht, opnieuw een bevestiging van dat idee dus.

Maar er was voor ons jonge Vondelianen nog wat meer aan de hand. Sommigen van onze docenten leken ook positief te staan ten op zichte van de nieuwe maatschappelijke stromingen. Sterkste voorbeeld hiervan was natuurlijk Hans van den Bergh met zijn optredens in het controversiële programma Zo is het toevallig ook nog eens een keer. Inname van een duidelijk linkse levenshouding, burgerlijke ongehoorzaamheid, waarbij hij een politiecontrole saboteerde door verkeersdeelnemers tijdig in te seinen en daar met veel genoegen in de les over vertelde! Zelfs het scheren achterin de klas werd door sommigen gezien als spielerei met de geldende burgerlijke normen en waarden.

Maar ook het kritische leraar zijn van Anton Oskamp was een grote bijzonderheid. Met de klas op huisbezoek, na geboorte eerste kind bij Eddy de Moor of als eindexamenklas, was gewoon een warm menselijke ervaring. In het algemeen moet in mijn ogen de voorbeeldfunctie, die een markant docent heeft en beslist ook de invloed op met name 14-15 jarigen niet onderschat worden. En het zou weleens zo kunnen zijn dat de generatie van Katharina gemist heeft, hetgeen wij gekregen hebben. Gewoon omdat de tijdgeest al een stuk verder gevorderd was en onze jonge docenten in hun ontwikkeling ook!! Ik weet in ieder geval zeker dat veel van mijn leeftijdsgenoten het nog steeds als unieke ervaringen bestempelen.

Sommigen van onze docenten moeten ook zelf geworsteld hebben met traditionele verworvenheden van de burgermaatschappij en enige tijd nodig gehad hebben, voor zij zich konden vinden in uitingen van verzet daartegen. Het was voor velen van ons een openbaring om dat ook af en toe uit hun mond te horen. Ik kan mij nog goed onze docent nederlands Henk van Laatum herinneren, die op school in keurig pak zijn schoolleiderswerk deed en twee jaar later in spijkerpak en met lange haren in ieder geval qua kleding een nieuwe weg gevonden had. Maar ik heb het dan over een waarneming ten tijde van het eind der zestiger jaren en merk bovendien nog op dat veel van het voorgaande betrekking heeft op het midden van die zestiger jaren.

Omdat die docenten ook zelf soms open leken te staan voor de nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen, waar ook wij aan onderworpen waren is dat door ons als een zekere steun in de rug voor onze eigen ontwikkeling ervaren. Het in de periode 61-68 opgroeien als leerling op het veilige Vondel, in een historisch gezien toch zeer turbulente periode, heeft op velen van mijn leeftijdsgenoten en mij een onuitwisbare indruk achtergelaten. Die indruk is voor ons van buitengewoon vormende waarde geweest. Het feit, dat gedurende inmiddels vele decennia oud-docenten en oud leerlingen elkaar nog steeds in diverse samenstellingen ontmoeten en het nodige te vertellen hebben, spreekt hierbij boekdelen. Ik ben tot op de dag van vandaag daar nog steeds dankbaar voor en kan dus maar één conclusie trekken:

Het Vondelgymnasium: een bijzondere school!!

Wim Ris

Nix


[Tekst van de toespraak van Nora Kouwenhoven op de reünie op 9-11-2013, zoals die ook in het speciale nummer van Verselolque te vinden is]


Het begon in 1964. Ik kende de gebouwen, want mijn zus was al Vondeliaan. Zij kwam thuis met Franse chansons, ingewikkelde Latijnse teksten, Griekse woordjes die ik niet kon lezen en ze zat op dansles. Ter ere van het vijfjarig lustrum kreeg ze een lichtblauwe baljurk en queeny’s. Jaloezie en ontzag voelde ik.

Dat de Vondelwereld veel plebejischer was dan ik had verwacht, merkte ik meteen op de eerste schooldag. Toen wij al tien minuten bezig waren, ging de deur open en slofte Marijke van Mourik naar binnen. Ze was blijven zitten, dus kon ze die eerste tien minuten wel missen. Het sloffen kwam, omdat ze flatjes aan had waarvan de hiel was platgetrapt. Slordige nonchalance. Ik had meteen bewondering voor haar. Zo moet je je gedragen, je niets laten zeggen, zoveel mogelijk doen waar je zin in hebt en er wel voor zorgen dat je niet blijft zitten. Dat werd mijn motto. En, naar het leek, van de hele klas.

Door deze houding was het voor sommige docenten niet prettig om aan ons les te geven. Machtige klassieken, schone kunsten en de magie van de wiskunde, konden niet opwegen tegen keet schoppen. Soms konden we het geleerde hiertoe gebruiken. Tijdens de les van juffrouw Gamma, die ons Latijn bijbracht, versnipperde Karel Baracs een vel papier tot heel veel kleine stukjes die hij vervolgens de lucht in gooide. Toen deze lerares Karel wilde verwijderen, riep hij: "Juffrouw dit is nix. Dit is nix, nivis".

De buigzame aristo geo-driehoek werd gebruikt om natte propjes sigarettenvloeitjes tegen het plafond te schieten, waarna de gehele klas naar de plafondhemel keek, wachtend op de vallende propjes. Toch deden we dit laatste niet bij wiskunde. Bij meneer de Moor haalde je geen grappen uit. Daar zat je te kijken hoe mooi hij met de passer, met het kleine stukje krijt erin, een cirkel op het bord legde. In één klap, helemaal rond. Of een driehoek. Keurige hoeken, loodlijntje erin. Een lust voor het oog. Bij hem ging het om het tekenen, evenals bij meneer Vink. Die tekende uit de hand hele Egyptische veldslagen en speelde ze ook na. Geen idee wat hij allemaal vertelde, maar we zaten geboeid te luisteren. Bij meneer Elderenbosch haalden we ook nooit iets uit, maar dat kwam omdat we bang voor zijn humeur waren. En alle andere leraren en leraressen moesten het ontgelden.

Toen we wat ouder waren, zo halverwege de tweede, ontpopte de passiviteit zich: we lagen veelal met ons hoofd op onze handen en als we een beurt kregen, richtten we ons steunend op. Sommigen dachten dat de wekker ging, als de bel het einde van de les aankondigde. Leerden we dan wel iets? Jawel; neutra zijn op –os alleen: os oris mond, os ossis been en min B plus of min de wortel uit B kwadraat min vier AC gedeeld door twee A.

Maar… was het dan niet leuk op school?
Het was enig. Wat een briljant idee om een school naast een kermisterrein te plaatsen en vlakbij de oude RAI, waar je de hele woensdagmiddag kon sporten. En bij een automatiek in de Van der Helststraat die veelal kapot was, waardoor je de kroketten er zo uit kon halen. Als je dan bij de laatste kroket zei: “meneer hij is stuk”, kreeg je die gratis. En bij de Heinekenbrouwerij waar je een rondleiding kon krijgen die afgerond werd door een paar biertjes. Dit vertier was helaas van korte duur.
Dit alles werd gelardeerd door de mooiste muziek uit de geschiedenis. Elke week kwam er wel weer een singletje uit, dat wij tijdens de tekenles neurieden of zongen, de teksten maar half verstaand. “Do you wanna know a secret”, wat ik verstond als cigarette, want ook bij Engels lette ik niet zo goed op. En de namen van al die bands werden op de pukkels gekrast of geschilderd.

En dan was er de liefde. Die niet wil deugen. A was verliefd op B, B op C, C op D en D op E. En dit ketende maar door. Alleen op een klassenavond, deversorium of schoolfeest werd de keten wel eens doorbroken. Meneer Vink speelde daar een grote rol in: hij stopte de muziek, riep een bepaald woord dat stond voor een handeling. Deed je het verkeerd, dan was je af. Dus je moest op je knieën gaan zitten of met de ruggen tegen elkaar aan gaan staan, hurken of elkaar … omhelzen. Dat laatste. Daar zat iedereen op te wachten als je tenminste met de goede danste. Wat een heerlijke opdracht. Daar kon heel Egypte niet tegenop.

En dan had je de mode: minirokken, zwarte truien, spijkerbroeken met wijde pijpen van Rolf het Ruiterhuis in de Vijzelstraat. Wat was het lastig als meisje om je ouders zo gek te krijgen dat je een spijkerbroek met gulp mocht kopen. Hemel en aarde en uiteindelijk mijn vader heb ik bewogen om een zwarte trui te krijgen.
Het Vondel was een dorp: als er een nieuweling kwam, hingen we uit de ramen om te kijken of het wat was. In de pauze liep iedereen rondjes op het dorpsplein, zomer en winter. Want je mocht er in de lagere klassen niet uit. Daardoor wist je veel van de andere Vondelianen, met name de wapenfeiten: drie dagen geschorst; aan vlecht door lokaal gesleurd door meneer Bent; in de Jozef Israëlskade gesprongen; heeft een spin opgegeten; was bij het Lieverdje en is net niet opgepakt; wil bij de politie, nou ja zeg… Maar ook: heeft een fotografisch geheugen, heeft het uitgemaakt met X, op zo’n gemene manier….

Het gaat op school niet om kennis vergaren. Het gaat om spiekbriefjes in het allerkleinste lettertype, om geheimschrift, om muziek en om die eeuwig moeizame liefde. Met een leuke klas, op een geweldige plek was het Vondel voor mij een gouden tijd.
Nu, bijna vijftig jaar later, denk ik nog steeds als het sneeuwt: dat is nix.

Nora Kouwenhoven

maandag 11 november 2013

Shoot the piano player

We moeten nog even een akelige omissie goedmaken.
Kees van Mourik had ons namelijk op een geweldige manier uit de brand geholpen, toen op het laatste moment onze oorspronkelijke pianist verhinderd was.
Hij heeft toen beide schoolliederen op de vleugel begeleid. Van het promotielied, Valete Condiscipuli, waarvan niemand de muziek op papier had, heeft hij zelfs de melodie uit het hoofd weten te reconstrueren.
En vervolgens krijgt hij dan na afloop geen bedankje en geen fles prikwater, zoals alle anderen die iets voor de reünie gedaan hadden!

Kees, nog heel erg bedankt. En die fles houd je nog even tegoed (en niet alleen virtueel).  

Eddy spreekt


[Tekst van de toespraak van Ed de Moor op de reünie op 9 november 2013]



Waarde Vondelianen, lieve Attie, lieve mevrouw Vink.
Lieve en stoute kinderen van weleer.

Wij zongen net het schoollied: Vivat HOC Gymnasium. Het klopt, dit school-gebouw was echt een hok.








In het eerste jaar, 1957, zaten we nog in een echt gebouw: de tweede vijfjarige hbs aan het Roelof Hartplein. Die school werd toen omgedoopt tot Spinozalyceum. Thans huist daar het prestigieuze College Hotel.
1957 Roelof Hartplein
Het echte Vondel was eigenlijk een kampement van hokken. Het krikkemikkige middengebouw was nog van voor de oorlog en eens het gymnastieklokaal van de vierde vijfjarige hbs. In onze tijd hadden we daar het teken- en het muzieklokaal, de lerarenkamer en de rectorskamer.



Frans Boom maakte deze plattegrond. Hij is het ijzeren geheugen en organiserende kracht van onze reünistenclub. Zonder OOM JOOST hadden we hier niet bij elkaar gezeten. In 2003 schreef hij een prachtig stuk in Ons Amsterdam. Op de middelste foto herken ik ondermeer Ab Lohuis en Rob de Vries, geweldige jongens die ons al ontvallen zijn.





Van Ostadestraat

Frans Boom’s verhaal gaat niet verder dan 1968, maar er volgden nog enige roerige jaren voor het Vondel samen met het Barlaeus in onder meer de Van Ostadestraat.

Het instituut Gymnasium bloeit als nooit tevoren. Alleen in Amsterdam tellen we al zes gymnasia. Toch laait af en toe de discussie over nut en waarde van een klassieke opleiding weer op. Nog onlangs pleitte de psycholoog Han van der Maas in Het Parool voor afschaffing van de oude talen en die te vervangen door programmeertalen.


Even daarna een stuk van de classicus Anton van Hooff in NRC, die het oude Bildungs-ideaal weer oprakelde. Bij de vorige reünie heeft Albrecht Kwast dat argument in een leerzame voordracht ook nog eens uit de doeken gedaan.

Toch was ik wel verrast toen ik nog niet zo lang geleden het volgende meemaakte. Een Barlaeus-meisje dat net eindexamen had gedaan, had nog nooit de spreuk boven de oorspronkelijk ingang van de school opgemerkt: Disciplina vitae scipio. Ook had zij geen idee wat deze spreuk betekende. En dat terwijl ze een 10 voor Latijn had behaald.

Ook onze eeuwige Hans van den Bergh was voor een persoonlijke en doorvoelde culturele vorming. In het laatste nummer van Verselolque van 1968 beschreef hij de ideale Vondeling immers als volgt:

Hij leert nooit iets voor het fraaie cijfer (…) want hij weet maar al te goed dat cijfers er uitsluitend zijn om zijn ouders zo nu en dan van de stand zijner vorderingen op de hoogte te stellen. (…) Het komt niet bij hem op de docent te beschouwen als een gematigd vijandige ordecommissaris, maar hij beseft dat de goede man op een doodenkel punt iets meer weet en gaarne bereid is van dat surplus, in een stimulerende discussie, iets over te dragen. Hij aarzelt dan ook nooit om leergierige vragen te stellen en het komt niet bij hem op, anderen als strebers te bespotten, wanneer deze hun problemen aan de leraar voorleggen. Want hij weet dat het voor een wetenschappelijke instelling belangrijker is goede vragen te stellen dan de antwoorden te weten.

Ik ga jullie nu kort, maar op een wetenschappelijke manier uitleggen wat een school eigenlijk is, in het bijzonder hoe het Vondel was. Een school bestaat uit een aantal klassen. Een klas is een verzameling leerlingen. Tussen die leerlingen heerst een relatie, die ik hier heb aangeduid met ‘heeft iets met’. Die relatie hoeft niet altijd symmetrisch te zijn. Zo ontstaan er in een klas kliekjes, een peergroup zeggen de psychologen. Zo’n peergroup is heel belangrijk voor de ontwikkeling van een puber/ adolescent. Ik weet dat uit eigen ervaring, wel lang geleden. Je hebt ook eenlingen. Naarmate het netwerk in de groep hechter is wordt de samenhang groter. Er kan een positieve of een negatieve samenhang zijn, wat de sfeer van de klas bepaalt. Dat kan soms van één persoon afhangen.

Het Vondel- ‘sociogram’ zag er in 1958 als volgt uit: vier klassen, elk met zijn eigen sfeer. Tussen de klassen waren natuurlijk ook relatiepijlen maar die waren van een andere aard en minder sterk. Verticaal betekenden zulke pijlen nog minder. Ook binnen de groep van leraren was een netwerk van relatiepijlen te tekenen. En ook daar waren kliekjes. Er was één stip die machtige pijlen uitzond: de rector. De punt met de letter s is Attie van Paassen, de toegewijde secretaresse van alle jaren. Dan hadden we nog de verzameling C, die op zich stond, maar met wie je goede maatjes moest zijn; de claviger. ‘Een heel gewone school’ zei Katharina Kouwenhoven 6 jaar geleden. En dat was ie ook, zeker wat het onderwijssysteem betrof.


Maar toen gebeurde er iets in 1963. Klaas komt, hij schreef K op reclames voor rookwaren, hij verrijkte de Nederlandse taal met het begrip Gnot, hij maakte dansjes rond het Lieverdje,…. de jaren ’60 braken los. Rober Jasper Grootveld waarschuwde zichzelf en de samenleving voor de gevaren van verslaving en consumentisme. En dat geldt nog steeds vind ik. In 2009 heb ik zijn surrealistische begrafenis bijgewoond.



Freek de Jonge verwoordde de betekenis van deze kunstenaar als volgt:

Dat de 20-ste eeuw niet aan dit land voorbij is gegaan is te danken aan één persoon.

De plotselinge maatschappelijke omslag in denken en doen ging het Vondel niet voorbij. Helaas ben ik de Provokrantjes, die ik van Hessel Boerboom kreeg of kocht, kwijt. Wij hadden opeens een leidende figuur van de kritische leraren in ons team: Anton Oskamp. Het was een tijd van VERWARRING, maar ook van VERBEELDING. Het laatste –die verbeelding- mis ik tegenwoordig zeer. Al met al was het Vondel van ’68 echt een andere school dan die van ’58.


Wie nog eens wil reflecteren op die tijd wijs ik op de interessante studies van Hans Righart en James Kennedy.




Nu iets meer persoonlijks. Ik deed in 1951 eindexamen op het Barlaeus. Hier zien jullie een foto van een eindexamen feestje, waar Hans van den Bergh en ik beiden opstaan.

Vijf jaar later waren wij beiden weer terug op die school, maar nu als leraar. Op deze foto zien jullie het toenmalige docentencorps met vele bekende namen. Het was Van Paassen’s laatste jaar als rector van het Barlaeus. De beste leraar die ik ooit meemaakte was dr Koenraads, mijn leraar Duits, de vader van Vondeliane Els Koenraads. Hij zit hier vooraan. Helaas is hij jong overleden. Johan Vink is de enige die geen das draagt. Ik zelf sta naast Bert Elderenbosch.

Twee jaar later ging ik naar het Vondel. Op deze klassenfoto proef ik nog de sfeer van de jaren ’50. Met Frank Linnert heb ik geprobeerd de namen terug te vinden. Wim Rayer was een drukke jongen, hij is ons al ontvallen.

Dat ikzelf ook een beetje jaren ’60 werd zie je op deze foto uit 1962, die ik als Nieuwjaarskaart naar mijn moeder stuurde. Maar ook naar Johan Vink.
Met hem en Coos was – en ben - ik goed bevriend. Op deze tekening, die Johan voor mij maakte, zie je dat verbeeld. Hier zijn wij samen in 1863 als KNIL militairen op Bali.

Maar Johan is niet meer, Hans is niet meer, Sander van der Kerke en vele andere Vondelianen zijn niet meer. Ik kan ze niet allen noemen, maar ik wil ze kort gedenken met dit gedicht van Jan Wolkers:
Men tilt een blad op en daar staat geschreven
In taal die slechts de wormen is gegeven
Dood, dood en nog eens dood en even leven.
Rieks Hogenkamp en anderen zijn twee jaar geleden bij de afscheidsbijeenkomst van Hans van den Bergh op de veelzijdigheid van deze markante man ingegaan. Geertje Wolf heeft een In Memoriam over hem geschreven in de Verselolque die jullie dadelijk krijgen. Het doet mij goed dat ik Reneetje af en toe spreek en vooral dat ze hier ook gekomen is.

Het is gewoon een groot geluk dat wij dit mogen meemaken. Het toeval heeft daar ook de hand in. Zo kwam ik Kees Hulst tegen, zag hem optreden en begreep waarom hij de Louis d’Or verdiende.


Later kreeg ik een brief van hem, waaruit bleek dat ie net als ik gek is op de oude gulden postzegels, die sinds 1 november niet meer gelden. Die plakkers werden mij altijd voor een zacht prijsje bezorgd door Daniël Schöngut. Gezellige aanloop.

Op de brug bij het Rijksmuseum -ik was op de fiets- tikte René Windig mij onlangs aan en gaf mij zomaar deel 3 van zijn reeks stripboeken, die hij samen met Eddie de Jong maakte. In dat boek kun je nog heel wat vinden over het Vondel, kopen dus!

Met Luberta Werkman, die zegt dat ik haar gematst zou hebben op het eindexamen, mail ik vaak. Zij stuurt me schitterende verhalen, onder meer over de rechtbank waar ze werkt. En van de boeken van de wetenschapshistorici Chunglin Kwa en Bastiaan Willink heb ik veel opgestoken.


Sorry mensen, ik kan niet iedereen noemen. Ik sluit deze opsomming, die in mijn gedachten vele malen langer is, af met twee initiatiefnemers en organistoren van deze avond: Alfred Gouw en Wim Ris. Beiden zijn ze al gepensioneerde wiskundeleraren. Tenminste één keer per jaar gaan we samen eten en dan maken we nog wel eens een sommetje. (Tussen twee haakjes: Ik heb voor jullie nog een stukje over het getal π meegebracht. Ook dat krijg je dadelijk.) De meeste gesprekken met Wim en Alfred gaan echter over het Vondel, waarbij mij dan wel eens verhalen ter ore komen, waarvan ik denk dat het maar goed is dat ik ze toen niet geweten heb. Zo wordt de doos met herinneringen voller en voller.

Ik fiets veel door Amsterdam, vaak kom ik langs het Okura hotel, dan stop ik even, doe ik mijn ogen dicht, denk aan die tien mooie jaren en zie dat oude hok, nu met graffiti van een tekst van Charles Trenet. Het zijn de beginregels van het refrein van een liedje dat Hans vast met jullie heeft gezongen:

Que reste-t-il de nos amours,

Que reste-t-il de ces beaux jours,


Une photo, vieille photo, de ma jeunesse

Daar zullen we het mee moeten doen!


Eddy de Moor

zondag 10 november 2013

Van treurnis tot vreugde - een rectificatie

Op de reünie gisteren hing een lijst met namen van docenten en leerlingen die - naar wij wisten - waren overleden. We waren ons ervan bewust dat die lijst vast niet compleet zou zijn, maar we dachten wel dat alle vermelde namen correct waren.
Een van de bezoekers was gisteren erg verdrietig geworden, toen hij op onze lijst ontdekte dat zijn oude klasgenoot en schoolvriend Xander Fischer was overleden. In zijn bedroefdheid en omdat hij het ook niet meteen wilde geloven heeft hij het telefoonnummer van Xander opgezocht en dat gebeld. Wat bleek?
XANDER IS NOG SPRINGLEVEND!!
Hoe Xanders naam op onze lijst terecht is kunnen komen, zal wel niet meer te achterhalen zijn. In elk geval bieden we onze excuses aan voor deze pijnlijke blunder, aan Xander (al was die zich nog nergens van bewust) en aan alle aanwezigen die zijn naam gisteren op de lijst waren tegengekomen.
We hebben er in elk geval weer een Vondeliaan bij.

Bericht van Jan Willem Augustin


Op de vroege zondagochtend liet Jan WIllem Augustin ons weten:

10/11/13
Beste waarde Vondelianen,

Wat heb ik met mijn zieke keel en tanden genoten van toespraken van resp. de Heer Windig (tekenleraar), de Heer E. de Moor (Wat een prachtvent dat hij de begrafenis van ons aller provo Robert Jasper Grootveld heeft bezocht), Wim Ris en Nora Kouwenhoven, het jongere zusje van Brenda. Zelf heb ik begrafenis moeten missen, doch ben wel naar de herdenking daarvan in de Oosterkerk geweest en heb de rede vanaf de Kansel door Roel van Duyn tot mij mogen nemen.

foto: Eric Sievertsfoto: Eric Sieverts

Wim, wat een gedenkwaardige en indrukwekkende speech heb je gehouden en moest bijna huilen omdat ik mij daar zo goed in kon vinden: ook jouw aankondiging hoe we ons tot het lopend buffet moesten wenden, heb ik droog kunnen houden en heb uiteraard genoten van 10-5 voor jullie bij de wedstrijd. Vlak daarvoor zag ik gelukkig mijn Familielid Ron Prins de trap opkomen en konden we het even hebben over onze beide dochters Lisa Maria en Anna, wier zoontje een paar dagen eerder de Poppenkast in mijn oude huis in de de Nic. Witsenstraat samen met leeftijdgenootjes van mijn kleinzoon Tom Jesse heeft bekeken.

Gelukkig mij met Cees en René Samson kunnen verstaan en mogen stilstaan bij overlijden van toch, voor mij althans, één van de leidende en belangrijke leraren Nederlands op het Vondel. Gelukkig ook Henriëtte Kroon, Miriam, Kathinka, Eric en Bas Levinsohn geproken, en met de laatste gezellig zitten eten t.o Kees van Mourik en Rufus van de Kerke. Aan het hoofd van onze tafel zat gelukkig Kees in gezelschap van mijn oude vriend Ben, Miriam en Nannie en wiskundeleraar Alfred hun wederwaardigheden te bespreken!

Op aanraden van Wim ben ik na afloop naar beneden gesneld om het beste van Verselolque tot me te nemen en ook de Reader "Een School die er (even) mocht wezen" mij toe te eigenen: op deze zondagochtend voor mij ontroerend leesvoer!

Beste Wim en alle Vondelianen:
ga in training voor de wedstrijd over 5 jaar. Het ga jullie allemaal goed en bewaar dierbare herinneringen aan vroeger en gisterenavond.
Jullie klasgenoot en spijbelaar, Jan Willem Augustin

Verselolque, jaargang 55, nr 1


Het was mooi gisteren, maar daarover later meer. Gisteren, op 9 november 2013 is ook een nummer van Verselolque uitgekomen, met na zoveel jaren weer Louis Plas als eindredacteur. Het is de 55ste jaargang nr. 1 geworden. (Van de 44 jaargangen die sinds de 10de al verschenen hadden moeten zijn, herinner ik me eerlijk gezegd niets).

Degenen die gisteren de reünie in het Vossiusgymnasium hebben bezocht, hebben al een papieren exemplaar van dit reünienummer meegekregen.
Voor wie niet aanwezig was - of al helemaal "digitaal" is - hebben we ook een PDF-versie online staan. Dat nummer van maar liefst 46 bladzijden kunt u <hier> openen of downloaden. Maar pas op, het is wel een bestand van bijna 5 MB!
Een paar bijdragen zullen we daarom de komende dagen ook nog los op deze blog publiceren, zoals de toespraken van Ed de Moor, Wim Ris en Nora Kouwenhoven.
Blijf ons dus volgen.

Voor wie wil weten waar die mooie omslag vandaan komt: die was ontleend aan een nummer uit de jaargang 1959-1960. Wie nog meer oude omslagen wil zien, kijke op Oom Joost's website, waar een fraaie selectie te vinden is.