zaterdag 20 juli 2019

De gamelan van Ernst Heins


Ernst Heins, de dirigent van het Vondel schoolorkest en het schoolkoor blijkt zeer onlangs te zijn overleden. In de Volkskrant stond een lezenswaardig in memoriam. Hierboven de kop van dat artikel uit de webversie. Een paar passages uit de tekst zullen we hieronder citeren. Maar eerst een korte bijdrage van Annebel Venmans:

We hadden maar een klein schoolorkestje, dus dat zal wel een hele uitdaging voor meneer Heins geweest zijn. Maar hij wist toch lastige combinaties van blokfluit, hobo, klarinet, viool, één cello en piano tot een soort geheel te kneden. En we hàdden een schoolorkest. Mijn latere ervaring in het onderwijs leerde dat dat niet eens standaard het geval is. Dag maestro, ik bewaar goede herinneringen aan ons makeshift orkest.
Annebel.

En dan een paar passages uit het Volkskrant-artikel:

Een originele gong uit Jogjakarta, die vanaf 1956 werd gebruikt om het NOS Journaal te openen, fascineerde etnomusicoloog Ernst Heins. In 1988 had de NOS de gong afgeschaft, maar zeven jaar later klopte componist Stephen Emmer bij hem aan. De NOS wilde de gong terug. Of hij de originele nog wist? Die lag in de kelders van het Tropenmuseum, zo wist hij. ‘Er bleek alleen een scheurtje in te zitten. Toen ik het geluid elektronisch bewerkte, vond de NOS het klinken als een omgevallen bord soep. Uiteindelijk hebben we toen een nieuwe gong uit Bali gebruikt’, herinnert Emmer zich.
...
Na het Barlaeus Gymnasium ging Ernst Heins muziekwetenschap studeren aan de UvA waar Jaap Kunst hoogleraar was. Nadat hij was afgestudeerd ging hij in diens voetsporen naar Java en later de andere eilanden om gamelanmuziek te bestuderen en vast te leggen. Doel was het vak etnomusicologie dat toentertijd was ondergebracht bij letterkunde, te verrijken met inzichten uit de antropologie en linguïstiek. ‘Het ging hem niet alleen om de noten. Hij wilde de muziek ook in de sociale context plaatsen. Hij stimuleerde studenten om veldwerk te doen’, vertelt Rokus de Groot, emeritus hoogleraar muziekwetenschap, die bij hem studeerde en later zijn assistent werd. ‘Hij was een markante man.’
Volgens zijn dochter Marleen Heins leidden zijn vernieuwingen tot aanvaringen met het bestuur van de letterkunde-faculteit. Die dreigde in de jaren negentig de studie etnomusicologie op te heffen, met bezuinigingen als excuus. Heins klom op de barricaden. Hij laakte ‘de misselijk makende management-coterie van huidige faculteitsbestuurders’. Uiteindelijk wist hij het vak voor de UvA te behouden.

De passages over Heins' liefde voor de gamelan, zorgden ook nog voor enige discussie onder een groepje Vondelianen, of we ooit met Vondel-klassen gamelan gespeeld hadden in het Tropenmuseum. Dat leverde een interessante herinnering van Annebel op:

Ik herinner me ook een bezoek aan het Tropenmuseum (dat mijn oma, die er tegenover woonde, hardnekkig "het koloniaal" bleef noemen, kom daar nog eens om). Ik herinner me ook dat we daar knielend op de gamelan mochten spelen . Op basis van het Volkskrantartikel moet dat wel onder leiding van de gamelankenner Heins geweest zijn. Wat een bijzondere man en wat een mooie carrière uiteindelijk. Ik realiseer me nu dat ik me vaag de ruzie met de UvA herinner, en toen dacht dat het vast onze meneer Heins was die zich tegen opheffing van de ethnomuziekafdeling verzette.

Jammer genoeg was in het Vondelarchief geen fotografisch bewijs van dat gamelan spelen te vinden.

zaterdag 6 juli 2019

Neuropsychoanalyse: Hessel Boerboom vertelde ons er alles over.


Op 19 mei is er weer een Deversorium geweest. Door vakantie was Oom Joost nog niet eerder in de gelegenheid daarover te rapporteren. Dit keer was het Hessel Boerboom die een enthousiasmerend verhaal hield over Neuropsychoanalyse. Hoewel het onderwerp al veel langer zijn interesse had, was hij pas na zijn pensionering in de gelegenheid zich daar uitgebreider in te verdiepen. Over het hoe en waarom van die interesse laat ik Hessel graag zelf aan het woord:
In mijn tijd op het Vondel (1961-1969) verschoof mijn “beroepskeuze” van archeoloog naar psychoanalyticus. De tijdgeest hielp: psychoanalyse was in de mode, de generatie van ‘68 werd geïnspireerd door Marx en Reich, een linkse leerling van Freud, de “uitvinder” van de psychoanalyse. Dus koos ik voor psychologie als studie, aan de UvA.
Dat viel tegen. Ik was niet de enige, die voor die studie koos. Er was geen collegezaal groot genoeg om alle eerstejaars te bergen. En Freud mocht dan wel populair zijn in de literaire wereld, als wetenschapper was hij hoogstens vanuit de geschiedenis interessant. Zeker, hij had interessante theorieën geformuleerd en er waren veel psychoanalytici die therapieën verkochten, maar wetenschappelijk klopte er niet veel van. Het grootste verwijt was dat zijn theorieën niet falsifieerbaar waren. Elke jongen wil met zijn moeder naar bed (Oedipus) en als je dat niet wou dan was het omdat je die wens verdrongen had. Als je de duiding van je droom van de psychoanalyticus aanvaardde had hij gelijk, als je het ontkende was dat weerstand en had hij daarom gelijk.
De studie ging niet best… ik moest veel leren waar ik niets in zag ( kunnen duiven tot tien tellen?) en moest afleren waar ik veel in zag. Ik strandde uiteindelijk in 1979 op het tentamen psychodiagnostiek (homoseksualiteit is een geestelijke afwijking) en kreeg de kans om in de politiek mijn brood te verdienen.
En na een vervolgens succesvolle ambtelijke carrière kon ik in 2013 met pensioen en mijn oude liefde: de psychoanalyse weer oppakken. In september van dat jaar las ik een artikel van ene Mark Solms met de opwindende titel: “Das bewusste Es”. En hij had daarover gesproken op een Neuropsychoanalytisch congres.
Neuropsychoanalyse? Wat was dat?
Daar ben ik de afgelopen 5 jaar achter gekomen…en omdat jullie destijds, in mijn “psychoanalytische tijd” mijn “leeromgeving” waren, leek het me leuk om jullie nu weer als “leeromgeving” tegen te komen en mijn kennis net als toen, te delen.

Na deze introductie bleef Hessel voor en na de pauze nog geruime tijd aan het woord. Daarbij kwam meer aan de orde dan Oom Joost hier in een verslagje kan reproduceren. Voor wie de grote lijn van Hessel's verhaal toch nog eens rustig wil doornemen, is daarom zijn presentatie hier ook beschikbaar.

Spijt dat je dit deversorium hebt gemist of dat het al was volgeboekt? Houdt onze toekomstige aankondigingen goed in de gaten, zodat je er de volgende keer wel bij kunt zijn en bij de traditionele maaltijd na afloop nog uitgebreid met je oud-schoolgenoten kunt napraten.