dinsdag 24 september 2019

Een volgend Deversorium met Marian Beudeker

Het is Oom Joost weer gelukt.
Na het bijzonder geslaagde deversorium van 19 mei jl. met Hessel Boerboom is toegezegd het aantal deversoria per jaar van één naar twee te verhogen. Om dit streven kracht bij te zetten is de volgende bijeenkomst inmiddels vastgesteld!
Op zaterdag 30 november a.s. zal dat plaatsvinden met als spreker Marian Beudeker.
Onderwerp: Dilemma’s rond het levenseinde.
Het wordt gehouden in het ons welbekende Café Batavia aan de Prins Hendrikkade 85 te Amsterdam (t/o het Centraal Station, naast de St. Nicolaaskerk).
Aanvang 15.00 uur
Na afloop, zo rond 18.00 uur, is er weer een gezamenlijke maaltijd, naar verwachting in de vorm van een Surinaams buffet. Kosten voor deze maaltijd bedragen € 25,00 p.p. Vanaf heden is intekenen voor deversorium en maaltijd weer mogelijk en gewenst. Uiteraard naar mijn nieuwe e-mailadres oomjoost@oomjoost.nl . Er zijn maximaal 40 plaatsen beschikbaar en bij overtekening geldt de volgorde van inschrijving en BETALING!! Zorg er voor, dat je zo spoedig mogelijk jouw bijdrage (€25,00 ) hebt overgemaakt op rekening van één van mijn trouwste steun en toeverlaten: Frans Boom te Duivendrecht op nummer: NL91INGB 0000939282 o.v.v. DEVERSORIUM 30/11.



Van Marian kreeg ik op mijn verzoek nu al de volgende informatie over haar lezing:
Dilemma’s rond het levenseinde.
"Sinds 1980 heb ik vele malen euthanasie uitgevoerd. Vanaf 2001 ben ik bij veel euthanasieën betrokken geweest als SCEN-arts (SCEN is Steun en Consultatie Euthanasie Nederland). Gedurende zeven jaar ben ik docent geweest aan de opleiding van SCEN-artsen en de laatste jaren ben ik zijdelings betrokken geweest bij de Levenseindekliniek als begeleider van intervisiebijeenkomsten voor artsen en verpleegkundigen. Vanuit deze ervaring zal ik proberen een overzicht te geven over de ontwikkeling van het denken over euthanasie bij Nederlandse artsen. Ik zal ingaan op de wet toetsing levensbeëindiging op verzoek( de “euthanasiewet”) waarin de zorgvuldigheidseisen voor euthanasie zijn geformuleerd en op de juridische consequenties van deze wet. Ik zal aandacht besteden aan euthanasie bij dementie, bij psychiatrische patiënten en de betekenis van een wilsverklaring. Daarna zal ik een aantal dilemma’s ter discussie stellen, zoals die blijken uit de recente vervolging van een specialist ouderengeneeskunde in verband met een euthanasie bij een wilsonbekwame demente vrouw en de discussie over euthanasie bij voltooid leven."
Tevens stuurde Marian onderstaand overzicht van haar activiteiten op dit gebied:
CV MARIAN BEUDEKER
1969 tot 1977: geneeskunde aan de UvA
1978 tot 1983: opleiding algemeen internist Wilhelmina Gasthuis
1983 -1986: oncologie en hematologie in het Dijkzigt Ziekenhuis Rotterdam
1987-1990: oncologie in AMC
1991: verhuisd naar Zeeland
1991-2001: vrijgevestigd internist in Ziekenhuis Vlissingen met nadruk op oncologie en hematologie
2002: postdoc opleiding ethiek in de Zorgsector in Nijmegen
2001- 2018: diverse functies, waaronder waarnemend internist, contactpersoon ziekenhuis en huisartsen, consulent voor verpleeghuisartsen, SCEN-arts, opleider SCEN-artsen, vormgever en deelnemer palliatieve zorgproject Zeeland, Hospicearts, begeleider intervisiebijeenkomsten Levenseindekliniek
2012-2016: Opleider specialistverpleegkundigen aan Fontys in Tilburg
Oktober 2018: uitgeschreven uit BIG-register
Nu woon ik midden op Walcheren met uitzicht over de akkers tot aan de horizon. In een huis vol boeken, met een grote keuken, een grote tuin en een blije hond.

Oom Joost verheugt zich nu alweer op deze bijzondere bijeenkomst, waar hij weer velen van jullie hoopt terug te zien.

PS: Oom Joost verstuurt tegenwoordig ook af en toe een nieuwsbrief De laatste twee kun je [HIER] en [HIER] nog teruglezen. Aanmelden om komende nieuwsbrieven automatisch toegestuurd te krijgen kan [HIER].


Valete
Jullie toegenegen Oom Joost

Vroeger aan de Jozef Israëlskade
Nu alleen nog op mijn weblog https://oomjoost.blogspot.com/
en op mijn oude website https://sites.google.com/site/oomjoost/

zondag 8 september 2019

Anton Oskamp


Helaas zijn Oom's berichten de laatste tijd niet altijd heel vrolijk. Gezien de leeftijd van het Vondelgymnasium is het niet verwonderlijk dat langzamerhand ook de laatsten van onze docenten komen te overlijden. Dit keer is het Anton Oskamp waarvan we een overlijdensbericht tegenkwamen.

Anton was één van de weinige docenten die in die hoedanigheid ook landelijke bekendheid kreeg. Hij was namelijk medeauteur van het destijds nogal ophef veroorzakende "Rode boekje voor scholieren". Voor degenen wier geheugen even opgefrist moet worden, citeert Oom Joost hieronder een paar passages uit wat de Wikipedia over het boekje schrijft:
Het rode boekje voor scholieren was een westerse variant op het Rode Boekje met citaten van Mao Zedong. Het werd geschreven (eerste druk september 1970, (ISBN 90 229 5062 X) door drie kritische Nederlandse leraren, Claartje Hülsenbeck, Jan Louman en Anton Oskamp. Het kwam tot stand in navolging van "Den lille røde bog for skoleelever" (1969 Kopenhagen), die het schoolleven van binnenuit wilden veranderen door leerlingen autonomie in denken en handelen bij te brengen. Ze keerden zich tegen 'zo hoort het', 'zo zijn de regels' en het negeren van in hun ogen belangrijke maatschappelijke onderwerpen. Talloze scholieren hadden het boekje in hun schooltas of 'pukkel'.

Het rode boekje voor scholieren kwam mede voort uit verzet tegen de heersende normen op allerlei gebied, geheel in lijn met de tijdgeest. In 1968 was een omslag in de jeugdcultuur begonnen met grote studentendemonstraties in Parijs; ......

Het Boekje sloot bij deze omslag aan en stimuleerde jongeren zich een nieuwe moraal eigen te maken; masturbatie, vrije seks en homoseksualiteit werden bijvoorbeeld uit het 'verdomhoekje' gehaald. Maar ook over softdruggebruik (hoe rol je een joint?), de relatie met leraren en ouders, spijbelen, spieken en zitten-blijven werd leerlingen een nieuwe manier van denken bijgebracht. Na de verschijning in Nederland in september 1970 steeg het boekje meteen naar de hoogste plaats van de bestsellerlijst. In maart 1971 werd een totale oplage bereikt van 140.000 exemplaren.

Foto: Hessel Boerboom (ca. 1967)
Voor ons is natuurlijk interessanter hoe Anton als docent was. Ed de Moor vertrouwde Oom Joost ooit eens toe dat hij destijds zeer onder de indruk was geweest van een les van Anton die hij - intussen al op het Barleaus - had bijgewoond. Maar wat een leerling van destijds - Annebel Venmans - naar aanleiding van zijn overlijden schreef, is misschien nog wel veelzeggender:
Ach, Anton Oskamp. Hoe graag had ik deze leraar nog eens terug willen zien op onze reünies. Met een flinke dreun in mijn zelfvertrouwen, vooral wat betreft het vak Nederlands, kreeg ik hem als docent toen ik voor de tweede maal in de vijfde klas belandde. En wat heeft hij me weer fantastisch op de rails weten te zetten. Nederlands werd weer een vak om van te houden. Ik kon het, en keer op keer gaf hij mij die zekerheid. Uiteindelijk is het mijn eigen vak geworden, en dat had ik hem graag nog eens verteld. Maar hij verdween uit het zicht en wilde kennelijk ook later niet opnieuw contact met het Vondel. Maar ik koester zijn inspiratie. Regelmatig denk ik terug aan de nagespeelde rechtszaken waardoor we leerden argumenteren, aan zijn soms warrige maar altijd bijzondere poëzie lessen, aan de boeken die je door hem ging lezen. En dat hij je altijd in je waarde liet. Dat, en het brilletje, en de sigaretten...
Dank Anton Oskamp, ik hoop dat je een goed leven hebt gehad.
Annebel.
Foto: Frans Boom (Parijs-reis 1967)

zaterdag 20 juli 2019

De gamelan van Ernst Heins


Ernst Heins, de dirigent van het Vondel schoolorkest en het schoolkoor blijkt zeer onlangs te zijn overleden. In de Volkskrant stond een lezenswaardig in memoriam. Hierboven de kop van dat artikel uit de webversie. Een paar passages uit de tekst zullen we hieronder citeren. Maar eerst een korte bijdrage van Annebel Venmans:

We hadden maar een klein schoolorkestje, dus dat zal wel een hele uitdaging voor meneer Heins geweest zijn. Maar hij wist toch lastige combinaties van blokfluit, hobo, klarinet, viool, één cello en piano tot een soort geheel te kneden. En we hàdden een schoolorkest. Mijn latere ervaring in het onderwijs leerde dat dat niet eens standaard het geval is. Dag maestro, ik bewaar goede herinneringen aan ons makeshift orkest.
Annebel.

En dan een paar passages uit het Volkskrant-artikel:

Een originele gong uit Jogjakarta, die vanaf 1956 werd gebruikt om het NOS Journaal te openen, fascineerde etnomusicoloog Ernst Heins. In 1988 had de NOS de gong afgeschaft, maar zeven jaar later klopte componist Stephen Emmer bij hem aan. De NOS wilde de gong terug. Of hij de originele nog wist? Die lag in de kelders van het Tropenmuseum, zo wist hij. ‘Er bleek alleen een scheurtje in te zitten. Toen ik het geluid elektronisch bewerkte, vond de NOS het klinken als een omgevallen bord soep. Uiteindelijk hebben we toen een nieuwe gong uit Bali gebruikt’, herinnert Emmer zich.
...
Na het Barlaeus Gymnasium ging Ernst Heins muziekwetenschap studeren aan de UvA waar Jaap Kunst hoogleraar was. Nadat hij was afgestudeerd ging hij in diens voetsporen naar Java en later de andere eilanden om gamelanmuziek te bestuderen en vast te leggen. Doel was het vak etnomusicologie dat toentertijd was ondergebracht bij letterkunde, te verrijken met inzichten uit de antropologie en linguïstiek. ‘Het ging hem niet alleen om de noten. Hij wilde de muziek ook in de sociale context plaatsen. Hij stimuleerde studenten om veldwerk te doen’, vertelt Rokus de Groot, emeritus hoogleraar muziekwetenschap, die bij hem studeerde en later zijn assistent werd. ‘Hij was een markante man.’
Volgens zijn dochter Marleen Heins leidden zijn vernieuwingen tot aanvaringen met het bestuur van de letterkunde-faculteit. Die dreigde in de jaren negentig de studie etnomusicologie op te heffen, met bezuinigingen als excuus. Heins klom op de barricaden. Hij laakte ‘de misselijk makende management-coterie van huidige faculteitsbestuurders’. Uiteindelijk wist hij het vak voor de UvA te behouden.

De passages over Heins' liefde voor de gamelan, zorgden ook nog voor enige discussie onder een groepje Vondelianen, of we ooit met Vondel-klassen gamelan gespeeld hadden in het Tropenmuseum. Dat leverde een interessante herinnering van Annebel op:

Ik herinner me ook een bezoek aan het Tropenmuseum (dat mijn oma, die er tegenover woonde, hardnekkig "het koloniaal" bleef noemen, kom daar nog eens om). Ik herinner me ook dat we daar knielend op de gamelan mochten spelen . Op basis van het Volkskrantartikel moet dat wel onder leiding van de gamelankenner Heins geweest zijn. Wat een bijzondere man en wat een mooie carrière uiteindelijk. Ik realiseer me nu dat ik me vaag de ruzie met de UvA herinner, en toen dacht dat het vast onze meneer Heins was die zich tegen opheffing van de ethnomuziekafdeling verzette.

Jammer genoeg was in het Vondelarchief geen fotografisch bewijs van dat gamelan spelen te vinden.

zaterdag 6 juli 2019

Neuropsychoanalyse: Hessel Boerboom vertelde ons er alles over.


Op 19 mei is er weer een Deversorium geweest. Door vakantie was Oom Joost nog niet eerder in de gelegenheid daarover te rapporteren. Dit keer was het Hessel Boerboom die een enthousiasmerend verhaal hield over Neuropsychoanalyse. Hoewel het onderwerp al veel langer zijn interesse had, was hij pas na zijn pensionering in de gelegenheid zich daar uitgebreider in te verdiepen. Over het hoe en waarom van die interesse laat ik Hessel graag zelf aan het woord:
In mijn tijd op het Vondel (1961-1969) verschoof mijn “beroepskeuze” van archeoloog naar psychoanalyticus. De tijdgeest hielp: psychoanalyse was in de mode, de generatie van ‘68 werd geïnspireerd door Marx en Reich, een linkse leerling van Freud, de “uitvinder” van de psychoanalyse. Dus koos ik voor psychologie als studie, aan de UvA.
Dat viel tegen. Ik was niet de enige, die voor die studie koos. Er was geen collegezaal groot genoeg om alle eerstejaars te bergen. En Freud mocht dan wel populair zijn in de literaire wereld, als wetenschapper was hij hoogstens vanuit de geschiedenis interessant. Zeker, hij had interessante theorieën geformuleerd en er waren veel psychoanalytici die therapieën verkochten, maar wetenschappelijk klopte er niet veel van. Het grootste verwijt was dat zijn theorieën niet falsifieerbaar waren. Elke jongen wil met zijn moeder naar bed (Oedipus) en als je dat niet wou dan was het omdat je die wens verdrongen had. Als je de duiding van je droom van de psychoanalyticus aanvaardde had hij gelijk, als je het ontkende was dat weerstand en had hij daarom gelijk.
De studie ging niet best… ik moest veel leren waar ik niets in zag ( kunnen duiven tot tien tellen?) en moest afleren waar ik veel in zag. Ik strandde uiteindelijk in 1979 op het tentamen psychodiagnostiek (homoseksualiteit is een geestelijke afwijking) en kreeg de kans om in de politiek mijn brood te verdienen.
En na een vervolgens succesvolle ambtelijke carrière kon ik in 2013 met pensioen en mijn oude liefde: de psychoanalyse weer oppakken. In september van dat jaar las ik een artikel van ene Mark Solms met de opwindende titel: “Das bewusste Es”. En hij had daarover gesproken op een Neuropsychoanalytisch congres.
Neuropsychoanalyse? Wat was dat?
Daar ben ik de afgelopen 5 jaar achter gekomen…en omdat jullie destijds, in mijn “psychoanalytische tijd” mijn “leeromgeving” waren, leek het me leuk om jullie nu weer als “leeromgeving” tegen te komen en mijn kennis net als toen, te delen.

Na deze introductie bleef Hessel voor en na de pauze nog geruime tijd aan het woord. Daarbij kwam meer aan de orde dan Oom Joost hier in een verslagje kan reproduceren. Voor wie de grote lijn van Hessel's verhaal toch nog eens rustig wil doornemen, is daarom zijn presentatie hier ook beschikbaar.

Spijt dat je dit deversorium hebt gemist of dat het al was volgeboekt? Houdt onze toekomstige aankondigingen goed in de gaten, zodat je er de volgende keer wel bij kunt zijn en bij de traditionele maaltijd na afloop nog uitgebreid met je oud-schoolgenoten kunt napraten.



maandag 22 april 2019

Heinz komt eindelijk op het witte doek

Ter gelegenheid van het uitkomen van de film over stripkater Heinz van René Windig en Eddie de Jong, werden beide Vondelianen 17 april in De Volkskrant geïnterviewed door Rob van Scheers. Om jullie lekker te maken hier vast het begin van dat interview.

De grote droom van striptekenaars René Windig en Eddie de Jong komt deze week uit: hun humeurige kater Heinz komt naar het witte doek. De weg ernaartoe bleek geen makkie.

Helemaal Heinz, dit. Wie op bezoek wil bij de studio van tekenaar René Windig zal zich eerst een weg moeten banen door de smeulende resten van de tolerante stad die Amsterdam ooit wilde zijn. Meuten Chinezen, grommende scooters, blowende Italianen, dronken Britten en joelende hooligans van divers pluimage – je vindt deze gezelligheid allemaal terug op de Oudezijds Voorburgwal.
Het is maar goed dat Heinz, een populaire strip over een humeurige rode kater, dit grootstedelijk inferno voor de eeuwigheid heeft vastgelegd. Over twintig jaar zal niemand zich dit Amsterdamse decor meer kunnen voorstellen, maar voor de kater is het zijn natuurlijke habitat, zo op en rond de Wallen. Althans, de Wallen uit het tijdperk van voor de buurt-regisseurs en het cameratoezicht.
‘Viel het een beetje mee?’, informeert Windig (67) beleefd. ‘Vanaf een uurtje of 5 wordt het helemaal een pandemonium, dus je treft het.’ De studio en het woonhuis erboven bevinden zich aan een hofje, dat schuilgaat achter een intimiderend zwaar hek. Het is een oase van rust in een gek geworden stadscentrum. ‘Eddie komt eraan, hoor.’
Eddie is Eddie de Jong (68), al ruim vijftig jaar Windigs partner in crime. Ze kennen elkaar sinds de middelbare school, het Amsterdamse Vondelgymnasium. Samen creëerden ze Heinz, de ballonstrip waarin de kater vanaf 1987 in drie of vier plaatjes over de pagina’s van Het Parool of andere dagbladen banjerde. Heinz bouwde al snel een cultus om zich heen, en er verschenen een stuk of veertig boekjes en albums. Heinz schopte het zelfs tot een deftig verzameld werk van vijf kloeke delen: Heinz van H tot Z. De laatste hardcover van 328 pagina’s dateert van 2018.

Petrus

De strip is volbracht. In de allerlaatste plaatjes zien we Heinz voor de hemelpoort, maar Petrus laat door middel van een bordje (‘Ben zo terug!’ P.) weten er even niet te zijn. Uiteindelijk besluit Heinz nog maar wat langer in zijn geliefde Amsterdam rond te lummelen.

Open einde, maar van nieuwe avonturen zal het niet meer komen. Nooit meer op zondagavond bij elkaar over de vloer om de strip voor de rest van de week te plannen. Nooit meer zuchten of maar even helemaal zwijgen als de eerste een grap voorstelt, en de tweede meent dat-ie nog moet worden aangescherpt. Nooit meer al die lol ook, de jongensachtige pret die het verzinnen van Heinz het duo gaf.

‘Nou, na het inkleuren van circa 15 duizend stripstroken hebben we het op zeker moment wel gezien’, weet De Jong die inmiddels met een sixpack Heineken is komen binnenvallen. Slechts één ambitie restte nog: Heinz moest en zou zijn eigen animatiefilm krijgen.
Het duurde even, de eerste plannen dateerden van 2001, maar verdomd: deze week gaat Heinz in première. De filmwereld bleek echter anders dan vooraf gedacht.
......


Het vervolg ook lezen? [Klik dan hier voor het originele artikel]

En intussen is er ook al een recensie in De Volkskrant.


zondag 13 januari 2019

Materiaal van Joep Choy

Op het Vondel-deversorium op 1 december 2018 heeft Joep Choy een lezing verzorgd. Daarvan heeft hij niet alleen de presentatie beschikbaar gesteld, maar ook nog een heleboel achtergrondmateriaal van en over hemzelf.
Hier links naar al dat materiaal:
En natuurlijk een link naar de (andere) foto's die Frans Boom 1 december gemaakt heeft.